|
update 07-05-2018
|
Brandspuithuisje van landhuisstenen
Zuinigheid troef. Dat gold ook voor de gemeenteraad van Sambeek, toen die op 4 september 1877 een aanvullend krediet ter beschikking moest stellen om het laatste gedeelte van de bouw van het nieuwe raadhuis te kunnen betalen.
Op 1 oktober van dat jaar zou aannemer Jacobus van Os het gebouw aan de Grotestraat opleveren en dan diende deze de laatste termijn van de begrote 6290 gulden aan bouwkosten te ontvangen.
Daarom gingen de volksvertegenwoordigers akkoord met het collegevoorstel om een bedrag van 5400 gulden die de gemeente had uitgeleend aan het Rijk terug te halen. Tezamen met de opbrengst van de verkoop van 30 percelen heidegrond en een boerderijtje was dat voldoende om het nieuwe gemeentehuis volledig te kunnen bekostigen.
Op de plek waar het gemeentehuis verrees, had eerder een landhuis gestaan. Sinds circa 1820 woonde daar Johan Willem Berkelbach van der Sprenkel. In het achterste gedeelte van zijn flinke tuin langs de Grotestraat - daar waar nu basisschool De Bolster staat - verrees in 1843 een protestantse kerkje. De volgende eigenaar van het landhuis was de Rotterdamse koopman Johannes Taufall, die het in 1858 verkocht aan de gemeente Sambeek. Vervolgens deed het pand dienst als onderwijzerswoning.
Op 1 oktober van dat jaar zou aannemer Jacobus van Os het gebouw aan de Grotestraat opleveren en dan diende deze de laatste termijn van de begrote 6290 gulden aan bouwkosten te ontvangen.
Daarom gingen de volksvertegenwoordigers akkoord met het collegevoorstel om een bedrag van 5400 gulden die de gemeente had uitgeleend aan het Rijk terug te halen. Tezamen met de opbrengst van de verkoop van 30 percelen heidegrond en een boerderijtje was dat voldoende om het nieuwe gemeentehuis volledig te kunnen bekostigen.
Op de plek waar het gemeentehuis verrees, had eerder een landhuis gestaan. Sinds circa 1820 woonde daar Johan Willem Berkelbach van der Sprenkel. In het achterste gedeelte van zijn flinke tuin langs de Grotestraat - daar waar nu basisschool De Bolster staat - verrees in 1843 een protestantse kerkje. De volgende eigenaar van het landhuis was de Rotterdamse koopman Johannes Taufall, die het in 1858 verkocht aan de gemeente Sambeek. Vervolgens deed het pand dienst als onderwijzerswoning.
Totdat het eind 1876 werd gesloopt om plaats te maken voor het nieuwe raadhuis. En zuinig als men vroeger was, werden de afkomende stenen van het oude landhuis, volgens de voorwaarden van het bestek, hergebruikt voor de achterbouw. Daarin kwam de gemeentelijke brandspuit te staan.
Wie goed kijkt, ziet nu nog een duidelijk verschil tussen de bakstenen van het eigenlijke gemeentehuis en dat van de achterbouw. Een gevalletje van negentiende-eeuwse zuinigheid dus.
Wie goed kijkt, ziet nu nog een duidelijk verschil tussen de bakstenen van het eigenlijke gemeentehuis en dat van de achterbouw. Een gevalletje van negentiende-eeuwse zuinigheid dus.
Rond de Toren dd 12 augustus 2015