|
update 19-05-2018
|
Een toelage met de waarde van een paard.
Op vrijdag 10 februari 1736 liepen Roelof van Els en zijn vrouw Margaretha van Osch naar het huis van Petrus Cremers. Dat stond op de plek waar nu de zijingang van Het Kloosterhuis in Sambeek is. In een van de vertrekken daar kwam toen de schepenbank van het dorp bijeen.
Behalve met bestuurszaken hielden de zeven schepenen zich ook bezig met het opmaken van allerlei akten - werkzaamheden welke vergelijkbaar zijn met die van een notaris nu.
"Onze zoon Joseph is bijna 22 jaar", legden ze Petrus Cremers uit. "Hij volgt een dure priesteropleiding. Wij willen graag dat hij zijn studie afmaakt. Ook daarna willen we hem financieel blijven ondersteunen met 50 pattacons." De waarde van dit aantal zilveren munten kwam ongeveer overeen met de prijs van een paard.
In ambtelijke bewoordingen schreef Petrus Cremers hun wens op. Hij vermeldde verder dat Roelof van Els en Margaretha van Osch gemakkelijk aan de aangegane verplichting konden voldoen, want ze waren welgesteld.
Behalve met bestuurszaken hielden de zeven schepenen zich ook bezig met het opmaken van allerlei akten - werkzaamheden welke vergelijkbaar zijn met die van een notaris nu.
"Onze zoon Joseph is bijna 22 jaar", legden ze Petrus Cremers uit. "Hij volgt een dure priesteropleiding. Wij willen graag dat hij zijn studie afmaakt. Ook daarna willen we hem financieel blijven ondersteunen met 50 pattacons." De waarde van dit aantal zilveren munten kwam ongeveer overeen met de prijs van een paard.
In ambtelijke bewoordingen schreef Petrus Cremers hun wens op. Hij vermeldde verder dat Roelof van Els en Margaretha van Osch gemakkelijk aan de aangegane verplichting konden voldoen, want ze waren welgesteld.
Nadat Joseph van Els de dorpsschool op het Vrijthof in Sambeek had doorlopen ging hij in 1726 naar de Latijnse school in Boxmeer, een opleiding ongeveer op het niveau van het huidige gymnasium. Zijn priesteropleiding volgde hij waarschijnlijk in Leuven, waarna hij in 1737 tot priester werd gewijd. Vervolgens keerde hij terug naar deze regio. Hij was eerst kapelaan in Grave en vervolgens werd hij in 1746 benoemd tot pastoor van Haps. Hij zou dat tot zijn dood blijven. In 1792 overleed Joseph van Els op bijna 78-jarige leeftijd. En al die jaren ontving hij de toelage die zijn ouders hem vanaf 1736 beschikbaar hadden gesteld. |
Rond de Toren dd 25 januari 2018