|
update 03 -11 - 2020
|
Spoorwegwachteres beboet na treinongeluk
Bongarts met paard en kar midden op de spoorlijn. Ze had nog willen waarschuwen, maar het was al te laat. Kar en paard werden door de locomotief gegrepen. "Het paard werd gedood en de kar verpletterd", berichtte een krant over het ongeluk. "De geleider, Johannes Bongarts die op de kar zat en niets van de aanstormende trein bemerkte, werd bij de schok weggeslingerd, waardoor hij enkele wonden opliep." Natuurlijk hing er een klok in het dienstvertrek van het stationnetje van Sambeek aan de Halt. En natuurlijk wist wachteres Alida Huizing dat op 29 juli 1891 rond 9.30 uur er een trein uit de richting Venlo de spoorwegovergang daar zou passeren. En uiteraard kende ze het voorschrift dat drie minuten eerder de spoorbomen moesten worden neergelaten. Maar ze was net te laat geweest.
Precies twee maanden later kwam de zaak voor bij de arrondissementsrechtbank in 's-Hertogenbosch. De spoorwegwachteres werd door de officier van justitie nalatigheid bij het uitoefenen van haar beroep verweten en eiste een geld boete van 50 gulden (nu: ruim 600 euro).
De drie rechters wilden de zaak van alle kanten goed bekijken. "Hoe zit dat eigenlijk met de klok in het dienstvertrek?", wilden ze weten. "Die loopt vaak niet goed", antwoordde Alida Huizing. "In de praktijk komt het erop neer dat ik de spoorbomen sluit als ik de trein zie aankomen. Ik wordt niet met een belletje of een ander signaal gewaarschuwd dat er een trein nadert. Ik moet het doen met voortdurend op de klok kijken."
Uiteraard konden de rechters niet voorbijgaan aan het feit dat de spoorbomen op het moment dat de trein passeerde nog open waren. Een getuige had dat trouwens onder ede verklaard.
Maar toch waren de rechters mild in hun oordeel. "Van de spoorwegwachteres wordt een bijna bovenmenselijke oplettendheid gevraagd. Het is haar niet kwalijk te nemen als ze die niet heeft. Maar natuurlijk is ze wel schuldig aan het niet tijdig sluiten van de spoorbomen. Wij veroordelen haar tot drie gulden (nu: circa 36 euro) boete."
De drie rechters wilden de zaak van alle kanten goed bekijken. "Hoe zit dat eigenlijk met de klok in het dienstvertrek?", wilden ze weten. "Die loopt vaak niet goed", antwoordde Alida Huizing. "In de praktijk komt het erop neer dat ik de spoorbomen sluit als ik de trein zie aankomen. Ik wordt niet met een belletje of een ander signaal gewaarschuwd dat er een trein nadert. Ik moet het doen met voortdurend op de klok kijken."
Uiteraard konden de rechters niet voorbijgaan aan het feit dat de spoorbomen op het moment dat de trein passeerde nog open waren. Een getuige had dat trouwens onder ede verklaard.
Maar toch waren de rechters mild in hun oordeel. "Van de spoorwegwachteres wordt een bijna bovenmenselijke oplettendheid gevraagd. Het is haar niet kwalijk te nemen als ze die niet heeft. Maar natuurlijk is ze wel schuldig aan het niet tijdig sluiten van de spoorbomen. Wij veroordelen haar tot drie gulden (nu: circa 36 euro) boete."
Alida Bernardina Huizing, zoals haar volledige naam luidde, was in 1884 gehuwd met Jacobus de Leeuw, die ploegbaas bij de spoorwegen was. Zij was geboren in de gemeente Deurne & Liessel, hij in Helmond. Het is niet helemaal duidelijk wanneer ze in Sambeek zijn komen wonen.
Het echtpaar stond goed bekend in het dorp. Op de dag dat ze 50 jaar getrouwd waren werden ze 's morgens door harmonie Semper Unitas en de ruitervereniging naar de protestantse kerk gebracht. 's-Middags was de harmonie weer van de partij en bracht samen met de fanfare van Vortum-Mullem het gouden paar een klinkende serenade.
Alida Huizing overleed in 1937, haar man drie jaar later.
Het echtpaar stond goed bekend in het dorp. Op de dag dat ze 50 jaar getrouwd waren werden ze 's morgens door harmonie Semper Unitas en de ruitervereniging naar de protestantse kerk gebracht. 's-Middags was de harmonie weer van de partij en bracht samen met de fanfare van Vortum-Mullem het gouden paar een klinkende serenade.
Alida Huizing overleed in 1937, haar man drie jaar later.
Rond de Toren dd 03 november 2020
|
update 22-09-2020
|
Ruim acht maanden geëvacueerd
In het najaar van 1944 was het te gevaarlijk geworden bij de stuw en sluis in Sambeek. Het personeel kreeg daarom op 5 oktober van dat jaar van de Duitsers het bevel om te evacueren. Onder hen sluiswachter Hendrik Spit, zijn vrouw Aleida en hun twee kinderen Annie en Evert.
Op 26 september 1944 werd Sambeek bevrijd, stuw en sluis echter bleven in handen van de Duitsers. Ook aan de overkant van de Maas waren de Duitsers nog de baas. Vandaaruit beschoten ze de dorpen in het zuiden van het Land van Cuijk, waaronder Sambeek. Het personeel van stuw en sluis zat dus klem. Daarom kreeg het bevel om te evacueren, zoals ook de inwoners van het dorp Sambeek dat een kleine maand later te horen zouden krijgen. De meesten van hen van bleven in de regio en vonden onderdak bij familie of bekenden. Anderen trokken verder Brabant in of zelfs nog verder
Op 26 september 1944 werd Sambeek bevrijd, stuw en sluis echter bleven in handen van de Duitsers. Ook aan de overkant van de Maas waren de Duitsers nog de baas. Vandaaruit beschoten ze de dorpen in het zuiden van het Land van Cuijk, waaronder Sambeek. Het personeel van stuw en sluis zat dus klem. Daarom kreeg het bevel om te evacueren, zoals ook de inwoners van het dorp Sambeek dat een kleine maand later te horen zouden krijgen. De meesten van hen van bleven in de regio en vonden onderdak bij familie of bekenden. Anderen trokken verder Brabant in of zelfs nog verder
Hendrik Spit en zijn gezin echter gingen naar Noord-Limburg. Het was het begin van een maanden durende voettocht. De eerste verblijfplaats was een boerderij in Afferden. Van daar trokken ze naar Bergen.
Toen brak de strenge winter aan: het vroor hard en er lag veel sneeuw. Van de Duitsers moest het gezin Spit, samen met nog andere evacués, weg uit Bergen. Ze trokken Duitsland in, naar Weeze. En vandaar naar Goch en Kleve. In Emmerich staken ze 's nachts met een roeiboot de Rijn over en liepen verder naar 's-Heerenberg.
En daar, weer terug op Nederlands grondgebied, begon een lange zwerftocht via de Achterhoek naar de kop van Overijssel. Uiteindelijk bereikten ze half februari 1945 het plaatsje Vollenhove. Daar vonden ze bij een zus van Hendrik Spit liefdevol onderdak - vier maanden en tien dagen nadat ze uit Sambeek waren vertrokken.
Toen brak de strenge winter aan: het vroor hard en er lag veel sneeuw. Van de Duitsers moest het gezin Spit, samen met nog andere evacués, weg uit Bergen. Ze trokken Duitsland in, naar Weeze. En vandaar naar Goch en Kleve. In Emmerich staken ze 's nachts met een roeiboot de Rijn over en liepen verder naar 's-Heerenberg.
En daar, weer terug op Nederlands grondgebied, begon een lange zwerftocht via de Achterhoek naar de kop van Overijssel. Uiteindelijk bereikten ze half februari 1945 het plaatsje Vollenhove. Daar vonden ze bij een zus van Hendrik Spit liefdevol onderdak - vier maanden en tien dagen nadat ze uit Sambeek waren vertrokken.
Eind mei 1945 ontving sluiswachter Hendriks Spit daar een briefkaart uit Sambeek, geschreven door collega Theo Simissen. Deze was inmiddels teruggekeerd in het dorp na een evacuatieperiode in Groningse Eenrum. Ook de families Belgers, Robben en Verdijk waren weer terug, zij het dat ze alle voorlopig elders in Sambeek moesten wonen. "De stuw en sluis zijn zeer zwaar beschadigd", schreef hij. "Van het eiland tussen sluis en stuw is een heel stuk weggeslagen. Van al onze bezittingen moet U zich maar geen voorstelling meer maken en denken dat al wat U terugvindt winst is. En wàt we terugvinden, is niet veel. We hadden ons de bevrijding heel anders voorgesteld. We hopen U spoedig in Sambeek terug te zien."
En dat gebeurde een maand later, op 26 juni 1945, ruim acht maanden nadat het gezin Spit het dorp had verlaten.
En dat gebeurde een maand later, op 26 juni 1945, ruim acht maanden nadat het gezin Spit het dorp had verlaten.
Kleindochter Annemarie Mast heeft de evacuatieperiode van haar grootouders en hun gezin gereconstrueerd. Deze is te lezen op http://home.kpn.nl/annemast/index.html . De foto's bij dit artikel zijn eveneens van haar afkomstig.
Rond de Toren dd 25 augustus 2020
|
update 23-09-2020
|
Samen 360 jaar lid van de Boerinnenbond
Op zondag 23 en maandag 24 april 1978 vierde de Sambeekse Boerinnenbond, later KVO genoemd, het veertigjarig bestaan. Een bijzonderheid daarbij was toch wel de huldiging van maar liefst negen jubilarissen, welke al die tijd lid van deze vereniging waren geweest.
Uiteraard waren er ook sprekers. "Ik heb alle bewondering voor deze afdeling, die een van de oudste van Oost-Brabant is", aldus een vertegenwoordigster van de overkoepelende provinciale bond. "De Sambeekse afdeling is een frisse groep, die volop meedoet aan de nieuwe koers die een paar jaar geleden is uitgezet. Namelijk het bieden van vorming en een breder perspectief voor de leden."
Uiteraard waren er ook sprekers. "Ik heb alle bewondering voor deze afdeling, die een van de oudste van Oost-Brabant is", aldus een vertegenwoordigster van de overkoepelende provinciale bond. "De Sambeekse afdeling is een frisse groep, die volop meedoet aan de nieuwe koers die een paar jaar geleden is uitgezet. Namelijk het bieden van vorming en een breder perspectief voor de leden."
De Boerinnenbond in Sambeek werd opgericht op 27 april 1938 in het parochiehuis (nu: De Gouden Leeuw). Het initiatief hiertoe kwam vooral van mejuffrouw Van Hoenselaar, die verbonden was aan boerenorganisatie NCB. Op die bewuste avond sprak zij geïnteresseerde boerinnen uit Sambeek toe over doel en nut van een eigen vereniging voor agrarische vrouwen. Haar gloedvol betoog viel kennelijk in goede aarde. "Meteen al meldden zich 30 leden aan", zo schreef een plaatselijke krant. "Dat moeten er echter veel meer worden. Sambeek kan gemakkelijk met 100 leden voor de dag komen. Hopelijk wordt dit getal spoedig bereikt."
Het eerste bestuur bestond uit de dames Kusters-Broekmans, Willems-van Hassem, Stevens-Melsen, Hendriks-Peters en Hafmans. Spoedig na de oprichting werden er cursussen georganiseerd over onderwerpen die voor boerinnen van belang waren, zoals kook-, melk-, slacht- en naaicursussen. Ook vonden er bedevaarten plaats en kwam er zelfs een gymnastiekclub van de grond. Maar het allerbelangrijkste was toch wel dat vrouwen met een agrarische achtergrond elkaar konden treffen, meningen uitwisselen en zo nodig bijstaan.
In de jaren 50 van de vorige eeuw veranderde het platteland en dus ook Sambeek sterk. De industrialisatie nam toe, terwijl de agrarische sector langzaam kromp. Steeds meer mensen (ook vrouwen) vonden een baan buiten de boerderij, met als gevolg dat ook hun belangstelling verschoof. Dat was een van de redenen voor de naamsverandering van Boerinnenbond in Katholieke Vrouwenorganisatie, de KVO.
Het eerste bestuur bestond uit de dames Kusters-Broekmans, Willems-van Hassem, Stevens-Melsen, Hendriks-Peters en Hafmans. Spoedig na de oprichting werden er cursussen georganiseerd over onderwerpen die voor boerinnen van belang waren, zoals kook-, melk-, slacht- en naaicursussen. Ook vonden er bedevaarten plaats en kwam er zelfs een gymnastiekclub van de grond. Maar het allerbelangrijkste was toch wel dat vrouwen met een agrarische achtergrond elkaar konden treffen, meningen uitwisselen en zo nodig bijstaan.
In de jaren 50 van de vorige eeuw veranderde het platteland en dus ook Sambeek sterk. De industrialisatie nam toe, terwijl de agrarische sector langzaam kromp. Steeds meer mensen (ook vrouwen) vonden een baan buiten de boerderij, met als gevolg dat ook hun belangstelling verschoof. Dat was een van de redenen voor de naamsverandering van Boerinnenbond in Katholieke Vrouwenorganisatie, de KVO.
De viering van het 40-jarig bestaansfeest in Sambeek bestreek twee dagen. Op zondag 23 april 1978 was er een uitgebreide receptie in café De Linde. Een dag later was er eerst een eucharistieviering, gevolgd door een feestvergadering die werd geleid door voorzitster Nellie Willems-van Hassem. Secretaresse Bep Wigman-Driessen deed verslag van 40 jaar Boerinnenbond/KVO-Sambeek. Ook tal van genodigden voerden het woord. Aansluitend was er een koffietafel.
Daarmee was de dag nog niet ten einde. Want 's avonds vond er in De Gouden Leeuw een feestavond plaats, geheel verzorgd door de eigen leden, met voordrachten, sketches en volksdansen. Ook hun partners waren daarbij aanwezig.
De negen jubilarissen - samen goed voor 360 jaar lidmaatschap - zullen ongetwijfeld genoten hebben. Het betrof de dames Derks-Zeegers, Haerkens, Kateman-van Lankveld, Kuijpers-Stiphout, Laarakkers-Egelmeers, van Os-van Bree, Sieben-Linders, Stevens-Hafmans en Willems-van Hassem, die een jaar later afscheid als voorzitster zou nemen. Zij kregen allen een aardewerken aandenken aan hun jubileum.
De negen jubilarissen - samen goed voor 360 jaar lidmaatschap - zullen ongetwijfeld genoten hebben. Het betrof de dames Derks-Zeegers, Haerkens, Kateman-van Lankveld, Kuijpers-Stiphout, Laarakkers-Egelmeers, van Os-van Bree, Sieben-Linders, Stevens-Hafmans en Willems-van Hassem, die een jaar later afscheid als voorzitster zou nemen. Zij kregen allen een aardewerken aandenken aan hun jubileum.
Rond de Toren 29 september 2020