|
update 29-03-2022
|
Leerlooier opgepakt als landloper
Was de Sambeekse leerlooier en koopman Felix de Leijer medeplichtig aan smokkelen? De Officier van Justitie bij de Rechtbank van 's-Hertogenbosch was er heilig van overtuigd van wél, zelf ontkende hij het ten stelligste.
Wat was er gebeurd?
Op 4 maart 1878 hadden vier douaniers bij het veerhuis in Afferden twee mannen aangehouden. Het waren Martinus Cornelissen uit Rijkevoort en Theodorus Thielen uit Sint-Anthonis. Op hun kar troffen ze acht fusten spiritus aan met een alcoholpercentage van maar liefst 95,3 procent. Die fusten waren afkomstig uit Pruisen, zoals Duitsland destijds werd genoemd, en moesten in Sambeek worden afgeleverd bij de genoemde Felix de Leijer. De benodigde documenten om de spiritus in Nederland te mogen invoeren ontbraken. Martinus Cornelissen en Theodorus Thielen waren dus aan het smokkelen. De twee hadden trouwens ook wel een beetje pech. Toen ze met hun kar met fusten spiritus bij het veerhuis aankwamen, was het te donker om over te varen. En daarom bedekten ze de kar met heideplaggen om die aan het oog te onttrekken. De volgende dag zouden ze terugkomen om dan met de veerpont de Maas over gezet te worden. Helaas voor hen waren er vier douaniers in de buurt en die maakte prompt proces-verbaal op.
Op 4 maart 1878 hadden vier douaniers bij het veerhuis in Afferden twee mannen aangehouden. Het waren Martinus Cornelissen uit Rijkevoort en Theodorus Thielen uit Sint-Anthonis. Op hun kar troffen ze acht fusten spiritus aan met een alcoholpercentage van maar liefst 95,3 procent. Die fusten waren afkomstig uit Pruisen, zoals Duitsland destijds werd genoemd, en moesten in Sambeek worden afgeleverd bij de genoemde Felix de Leijer. De benodigde documenten om de spiritus in Nederland te mogen invoeren ontbraken. Martinus Cornelissen en Theodorus Thielen waren dus aan het smokkelen. De twee hadden trouwens ook wel een beetje pech. Toen ze met hun kar met fusten spiritus bij het veerhuis aankwamen, was het te donker om over te varen. En daarom bedekten ze de kar met heideplaggen om die aan het oog te onttrekken. De volgende dag zouden ze terugkomen om dan met de veerpont de Maas over gezet te worden. Helaas voor hen waren er vier douaniers in de buurt en die maakte prompt proces-verbaal op.
De zaak kwam een half jaar later voor bij de rechtbank in 's-Hertogenbosch. Niet alleen Martinus Cornelissen en Theodorus Thielen stonden in het beklaagdenbankje, maar ook Felix de Leijer. Die had namelijk opdracht gegeven om de acht fusten spiritus uit Pruisen te halen, terwijl de benodigde papieren ontbraken. Hij zou dus medeplichtig zijn aan de smokkeltocht. Een groot aantal getuigen werd gehoord. Uiteindelijk kwamen de drie rechters tot de conclusie dat Martinus Cornelissen en Theodorus Thielen schuldig waren en veroordeelden hen tot een gevangenisstraf van een maand. Voor de betrokkenheid van Felix de Leijer was te weinig bewijs. Hij werd vrijgesproken.
Felix de Leijer woonde sinds 1869 in Sambeek met zijn vrouw Anna Maria Becker en kinderen aanvankelijk in het huis bij de vroegere leerlooierij op de hoek Grotestraat/Winston Churchillstraat. Daarna verhuisde het gezin naar het zogeheten Witte Huis aan de Grotestraat, toentertijd een van de mooiste panden in Sambeek. In 1889 - elf jaar na rechtszaak vanwege mogelijke betrokkenheid bij het smokkelen van gedistilleerd - gingen de zaken kennelijk financieel slecht: Felix de Leijer was genoodzaakt het Witte Huis verkopen, terwijl zijn welgestelde moeder als eigenaresse de leerlooierij en de bijbehorende woning al eerder van de hand had gedaan
Felix de Leijer woonde sinds 1869 in Sambeek met zijn vrouw Anna Maria Becker en kinderen aanvankelijk in het huis bij de vroegere leerlooierij op de hoek Grotestraat/Winston Churchillstraat. Daarna verhuisde het gezin naar het zogeheten Witte Huis aan de Grotestraat, toentertijd een van de mooiste panden in Sambeek. In 1889 - elf jaar na rechtszaak vanwege mogelijke betrokkenheid bij het smokkelen van gedistilleerd - gingen de zaken kennelijk financieel slecht: Felix de Leijer was genoodzaakt het Witte Huis verkopen, terwijl zijn welgestelde moeder als eigenaresse de leerlooierij en de bijbehorende woning al eerder van de hand had gedaan
Felix de Leijer werd dakloos en zwierf rond door Nederland. In 1891 werd hij bij Moerdijk opgepakt wegens landloperij omdat hij geen geld had om van te leven. De rechtbank in Breda veroordeelde hem tot drie maanden tuchthuis in het Drentse Veenhuizen. Een jaar later overleed hij op 56-jarige leeftijd in 's-Hertogenbosch.
Rond de Toren 2022-2