|
update 07-05-2018
|
Losgeld voor een Sambekenaar
Het nieuws had zich als een lopend vuurtje door Sambeek verspreid: "Ebken Mooren is gevangen genomen op het kasteel van Heumen", vertelden de inwoners elkaar. "En ze laten hem pas vrij als er een losgeld van honderd daalders is betaald."
De zeven schepen die tezamen het dorpsbestuur van Sambeek vormden, zaten in zak en as. Want zij hadden Ebken Mooren begin april 1584 in hun naam naar Middelaar gestuurd. Op de heen- of terugreis was hij gevangen genomen en vastgezet op het kasteel van Heumen. Dat was in handen van de Staatse troepen, die onder leiding van Willem van Oranje een vrijheidsstrijd uitvochten tegen de Spanjaarden. In het vlakbij gelegen Huis te Middelaar daarentegen waren de Spanjaarden de baas. En van de vijandelijkheden tussen de soldaten van de beide legers was Ebken Mooren het slachtoffer geworden.
"Wat nu te doen?", zo vroegen de Sambeekse schepenen zich af. Ze wendden zich tot Jan Ebben en diens vrouw Gerthien. Of zij misschien het geëiste losgeld aan het dorp Sambeek wilden lenen? Dat wilden ze wel.
Op dinsdag 16 april 1884 kwamen de schepenen bijeen om de overeenkomst te ondertekenen, waarin werd vastgelegd dat zij namens het dorp Sambeek honderd daalder van Jan Ebben en zijn vrouw hadden geleend. Dat bedrag moest mét rente natuurlijk wel worden terugbetaald. Tot zekerheidstelling daarvan beloofden de zeven schepenen dat Jan Ebben en Gerthien, hun kinderen en zelfs andere Sambekenaren hen mochten laten vastzetten en hun goederen verkopen als ze hun verplichtingen niet zouden nakomen.
Uiteindelijk is alles goed afgelopen. Ebken Mooren keerde terug naar Sambeek en is daar waarschijnlijk begin 1593 gestorven.
"Wat nu te doen?", zo vroegen de Sambeekse schepenen zich af. Ze wendden zich tot Jan Ebben en diens vrouw Gerthien. Of zij misschien het geëiste losgeld aan het dorp Sambeek wilden lenen? Dat wilden ze wel.
Op dinsdag 16 april 1884 kwamen de schepenen bijeen om de overeenkomst te ondertekenen, waarin werd vastgelegd dat zij namens het dorp Sambeek honderd daalder van Jan Ebben en zijn vrouw hadden geleend. Dat bedrag moest mét rente natuurlijk wel worden terugbetaald. Tot zekerheidstelling daarvan beloofden de zeven schepenen dat Jan Ebben en Gerthien, hun kinderen en zelfs andere Sambekenaren hen mochten laten vastzetten en hun goederen verkopen als ze hun verplichtingen niet zouden nakomen.
Uiteindelijk is alles goed afgelopen. Ebken Mooren keerde terug naar Sambeek en is daar waarschijnlijk begin 1593 gestorven.
Rond de Toren dd 19 maart 2015