|
update 11-07-2022
|
Een 'heilig huisje' voor een arm gezin
"Zo kan het niet langer", dacht een aantal Sambekenaren begin 1932. "Het arme gezin van Gerrit Verbeten móet geholpen worden. Zoals het nu woont in een noodwoning is niet langer verantwoord. Daar moet iets aan gedaan worden." En daarom namen ze het initiatief tot het bouwen van een nieuwe woning voor het gezin.
Wie deze Sambekenaren waren, is niet bewaard gebleven. De kranten uit die tijd spreken alleen van 'een liefdadig comité'. En misschien is het ook maar goed dat ze niet met naam en toenaam bekend zijn gebleven, want liefdadigheid beoefenen doe je in stilte.
Gerardus Antoon Verbeten werd in 1889 geboren in St. Hubert. Hij trouwde in 1915 met de ongeveer even oude Johanna de Bruijn. Het echtpaar kreeg vier kinderen.
Vader Gerrit Verbeten werkte onder andere als melkschepper bij de melkfabriek in Sambeekse Hoek. In die hoedanigheid moest hij het vetgehalte van de melk van koeien bepalen. En daarbij liep hij de longziekte tuberculose (tbc) op. Hij lag veel op bed en was amper meer in staat om te werken. Hij hoopte dat zijn gezondheid enigszins zou verbeteren door het maken van een bedevaart naar Lourdes. Daar kocht hij een Mariabeeld en bracht dat mee naar Sambeek.
Het comité van liefdadigheid had ondertussen niet stil gezeten. Er was voldoende geld bijeengebracht voor het bouwen van een nieuw huisje voor het gezin op een plakje grond aan de Halteweg (nu Sint-Janslaan 8). Ook het gemeentebestuur van Sambeek werkte mee bij het aanvragen van bouwsubsidies. De Vierlingsbeekse architect Van Weegen ontwierp het huisje, waarin op de begane grond aan de zuidzijde een aparte ziekenkamer was gesitueerd.
Wie deze Sambekenaren waren, is niet bewaard gebleven. De kranten uit die tijd spreken alleen van 'een liefdadig comité'. En misschien is het ook maar goed dat ze niet met naam en toenaam bekend zijn gebleven, want liefdadigheid beoefenen doe je in stilte.
Gerardus Antoon Verbeten werd in 1889 geboren in St. Hubert. Hij trouwde in 1915 met de ongeveer even oude Johanna de Bruijn. Het echtpaar kreeg vier kinderen.
Vader Gerrit Verbeten werkte onder andere als melkschepper bij de melkfabriek in Sambeekse Hoek. In die hoedanigheid moest hij het vetgehalte van de melk van koeien bepalen. En daarbij liep hij de longziekte tuberculose (tbc) op. Hij lag veel op bed en was amper meer in staat om te werken. Hij hoopte dat zijn gezondheid enigszins zou verbeteren door het maken van een bedevaart naar Lourdes. Daar kocht hij een Mariabeeld en bracht dat mee naar Sambeek.
Het comité van liefdadigheid had ondertussen niet stil gezeten. Er was voldoende geld bijeengebracht voor het bouwen van een nieuw huisje voor het gezin op een plakje grond aan de Halteweg (nu Sint-Janslaan 8). Ook het gemeentebestuur van Sambeek werkte mee bij het aanvragen van bouwsubsidies. De Vierlingsbeekse architect Van Weegen ontwierp het huisje, waarin op de begane grond aan de zuidzijde een aparte ziekenkamer was gesitueerd.
Op 15 augustus 1932 - de feestdag van Maria ten Hemelopneming - was het huisje klaar en werd het tijdens een indrukwekkende plechtigheid ingezegend. Om 10 uur was er in de parochiekerk eerst een hoogmis als dank aan al die Sambekenaren die op een of andere manier hadden meegewerkt aan de totstandkoming van het huisje.
’s Middags werd tijdens een plechtig Lof werd een beeld van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, waarschijnlijk hetzelfde dat Gerrit Verbeten uit de Franse bedevaartplaats had meegebracht, gezegend door pastoor De Vocht. Vervolgens werd dit beeld in processie naar het huisje aan de Sint-Janslaan gedragen. Daar werd het door pastoor De Vocht in een nis naast de voordeur geplaatst. In een gloedvolle toespraak wees de pastoor erop dat door de voorspraak van Onze Lieve Vrouw van Lourdes veel goede dingen tot stand kunnen worden gebracht. Zoals de zeer gewenste bouw van dit huisje in Sambeek, dat in de volksmond spoedig de bijnaam 'het heilig huisje' kreeg.
’s Middags werd tijdens een plechtig Lof werd een beeld van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, waarschijnlijk hetzelfde dat Gerrit Verbeten uit de Franse bedevaartplaats had meegebracht, gezegend door pastoor De Vocht. Vervolgens werd dit beeld in processie naar het huisje aan de Sint-Janslaan gedragen. Daar werd het door pastoor De Vocht in een nis naast de voordeur geplaatst. In een gloedvolle toespraak wees de pastoor erop dat door de voorspraak van Onze Lieve Vrouw van Lourdes veel goede dingen tot stand kunnen worden gebracht. Zoals de zeer gewenste bouw van dit huisje in Sambeek, dat in de volksmond spoedig de bijnaam 'het heilig huisje' kreeg.
De zaak kwam een half jaar later voor bij de rechtbank in 's-Hertogenbosch. Niet alleen Martinus Cornelissen en Theodorus Thielen stonden in het beklaagdenbankje, maar ook Felix de Leijer. Die had namelijk opdracht gegeven om de acht fusten spiritus uit Pruisen te halen, terwijl de benodigde papieren ontbraken. Hij zou dus medeplichtig zijn aan de smokkeltocht. Een groot aantal getuigen werd gehoord. Uiteindelijk kwamen de drie rechters tot de conclusie dat Martinus Cornelissen en Theodorus Thielen schuldig waren en veroordeelden hen tot een gevangenisstraf van een maand. Voor de betrokkenheid van Felix de Leijer was te weinig bewijs. Hij werd vrijgesproken.
Felix de Leijer woonde sinds 1869 in Sambeek met zijn vrouw Anna Maria Becker en kinderen aanvankelijk in het huis bij de vroegere leerlooierij op de hoek Grotestraat/Winston Churchillstraat. Daarna verhuisde het gezin naar het zogeheten Witte Huis aan de Grotestraat, toentertijd een van de mooiste panden in Sambeek. In 1889 - elf jaar na rechtszaak vanwege mogelijke betrokkenheid bij het smokkelen van gedistilleerd - gingen de zaken kennelijk financieel slecht: Felix de Leijer was genoodzaakt het Witte Huis verkopen, terwijl zijn welgestelde moeder als eigenaresse de leerlooierij en de bijbehorende woning al eerder van de hand had gedaan
Felix de Leijer woonde sinds 1869 in Sambeek met zijn vrouw Anna Maria Becker en kinderen aanvankelijk in het huis bij de vroegere leerlooierij op de hoek Grotestraat/Winston Churchillstraat. Daarna verhuisde het gezin naar het zogeheten Witte Huis aan de Grotestraat, toentertijd een van de mooiste panden in Sambeek. In 1889 - elf jaar na rechtszaak vanwege mogelijke betrokkenheid bij het smokkelen van gedistilleerd - gingen de zaken kennelijk financieel slecht: Felix de Leijer was genoodzaakt het Witte Huis verkopen, terwijl zijn welgestelde moeder als eigenaresse de leerlooierij en de bijbehorende woning al eerder van de hand had gedaan
Gerrit Verbeten en zijn vrouw hebben ruim 40 jaar gewoond in de door toedoen van Sambekenaren gebouwde woning. Beiden overleden in 1974.
Met dank aan de familie Verbeten.
Door René Klaassen
Met dank aan de familie Verbeten.
Door René Klaassen
Rond de Toren 2022-07
|
update 29-03-2022
|
Leerlooier opgepakt als landloper
Was de Sambeekse leerlooier en koopman Felix de Leijer medeplichtig aan smokkelen? De Officier van Justitie bij de Rechtbank van 's-Hertogenbosch was er heilig van overtuigd van wél, zelf ontkende hij het ten stelligste.
Wat was er gebeurd?
Op 4 maart 1878 hadden vier douaniers bij het veerhuis in Afferden twee mannen aangehouden. Het waren Martinus Cornelissen uit Rijkevoort en Theodorus Thielen uit Sint-Anthonis. Op hun kar troffen ze acht fusten spiritus aan met een alcoholpercentage van maar liefst 95,3 procent. Die fusten waren afkomstig uit Pruisen, zoals Duitsland destijds werd genoemd, en moesten in Sambeek worden afgeleverd bij de genoemde Felix de Leijer. De benodigde documenten om de spiritus in Nederland te mogen invoeren ontbraken. Martinus Cornelissen en Theodorus Thielen waren dus aan het smokkelen. De twee hadden trouwens ook wel een beetje pech. Toen ze met hun kar met fusten spiritus bij het veerhuis aankwamen, was het te donker om over te varen. En daarom bedekten ze de kar met heideplaggen om die aan het oog te onttrekken. De volgende dag zouden ze terugkomen om dan met de veerpont de Maas over gezet te worden. Helaas voor hen waren er vier douaniers in de buurt en die maakte prompt proces-verbaal op.
Op 4 maart 1878 hadden vier douaniers bij het veerhuis in Afferden twee mannen aangehouden. Het waren Martinus Cornelissen uit Rijkevoort en Theodorus Thielen uit Sint-Anthonis. Op hun kar troffen ze acht fusten spiritus aan met een alcoholpercentage van maar liefst 95,3 procent. Die fusten waren afkomstig uit Pruisen, zoals Duitsland destijds werd genoemd, en moesten in Sambeek worden afgeleverd bij de genoemde Felix de Leijer. De benodigde documenten om de spiritus in Nederland te mogen invoeren ontbraken. Martinus Cornelissen en Theodorus Thielen waren dus aan het smokkelen. De twee hadden trouwens ook wel een beetje pech. Toen ze met hun kar met fusten spiritus bij het veerhuis aankwamen, was het te donker om over te varen. En daarom bedekten ze de kar met heideplaggen om die aan het oog te onttrekken. De volgende dag zouden ze terugkomen om dan met de veerpont de Maas over gezet te worden. Helaas voor hen waren er vier douaniers in de buurt en die maakte prompt proces-verbaal op.
De zaak kwam een half jaar later voor bij de rechtbank in 's-Hertogenbosch. Niet alleen Martinus Cornelissen en Theodorus Thielen stonden in het beklaagdenbankje, maar ook Felix de Leijer. Die had namelijk opdracht gegeven om de acht fusten spiritus uit Pruisen te halen, terwijl de benodigde papieren ontbraken. Hij zou dus medeplichtig zijn aan de smokkeltocht. Een groot aantal getuigen werd gehoord. Uiteindelijk kwamen de drie rechters tot de conclusie dat Martinus Cornelissen en Theodorus Thielen schuldig waren en veroordeelden hen tot een gevangenisstraf van een maand. Voor de betrokkenheid van Felix de Leijer was te weinig bewijs. Hij werd vrijgesproken.
Felix de Leijer woonde sinds 1869 in Sambeek met zijn vrouw Anna Maria Becker en kinderen aanvankelijk in het huis bij de vroegere leerlooierij op de hoek Grotestraat/Winston Churchillstraat. Daarna verhuisde het gezin naar het zogeheten Witte Huis aan de Grotestraat, toentertijd een van de mooiste panden in Sambeek. In 1889 - elf jaar na rechtszaak vanwege mogelijke betrokkenheid bij het smokkelen van gedistilleerd - gingen de zaken kennelijk financieel slecht: Felix de Leijer was genoodzaakt het Witte Huis verkopen, terwijl zijn welgestelde moeder als eigenaresse de leerlooierij en de bijbehorende woning al eerder van de hand had gedaan
Felix de Leijer woonde sinds 1869 in Sambeek met zijn vrouw Anna Maria Becker en kinderen aanvankelijk in het huis bij de vroegere leerlooierij op de hoek Grotestraat/Winston Churchillstraat. Daarna verhuisde het gezin naar het zogeheten Witte Huis aan de Grotestraat, toentertijd een van de mooiste panden in Sambeek. In 1889 - elf jaar na rechtszaak vanwege mogelijke betrokkenheid bij het smokkelen van gedistilleerd - gingen de zaken kennelijk financieel slecht: Felix de Leijer was genoodzaakt het Witte Huis verkopen, terwijl zijn welgestelde moeder als eigenaresse de leerlooierij en de bijbehorende woning al eerder van de hand had gedaan
Felix de Leijer werd dakloos en zwierf rond door Nederland. In 1891 werd hij bij Moerdijk opgepakt wegens landloperij omdat hij geen geld had om van te leven. De rechtbank in Breda veroordeelde hem tot drie maanden tuchthuis in het Drentse Veenhuizen. Een jaar later overleed hij op 56-jarige leeftijd in 's-Hertogenbosch.
Rond de Toren 2022-02
|
update 23-09-2020
|
Samen 360 jaar lid van de Boerinnenbond
Op zondag 23 en maandag 24 april 1978 vierde de Sambeekse Boerinnenbond, later KVO genoemd, het veertigjarig bestaan. Een bijzonderheid daarbij was toch wel de huldiging van maar liefst negen jubilarissen, welke al die tijd lid van deze vereniging waren geweest.
Uiteraard waren er ook sprekers. "Ik heb alle bewondering voor deze afdeling, die een van de oudste van Oost-Brabant is", aldus een vertegenwoordigster van de overkoepelende provinciale bond. "De Sambeekse afdeling is een frisse groep, die volop meedoet aan de nieuwe koers die een paar jaar geleden is uitgezet. Namelijk het bieden van vorming en een breder perspectief voor de leden."
Uiteraard waren er ook sprekers. "Ik heb alle bewondering voor deze afdeling, die een van de oudste van Oost-Brabant is", aldus een vertegenwoordigster van de overkoepelende provinciale bond. "De Sambeekse afdeling is een frisse groep, die volop meedoet aan de nieuwe koers die een paar jaar geleden is uitgezet. Namelijk het bieden van vorming en een breder perspectief voor de leden."
De Boerinnenbond in Sambeek werd opgericht op 27 april 1938 in het parochiehuis (nu: De Gouden Leeuw). Het initiatief hiertoe kwam vooral van mejuffrouw Van Hoenselaar, die verbonden was aan boerenorganisatie NCB. Op die bewuste avond sprak zij geïnteresseerde boerinnen uit Sambeek toe over doel en nut van een eigen vereniging voor agrarische vrouwen. Haar gloedvol betoog viel kennelijk in goede aarde. "Meteen al meldden zich 30 leden aan", zo schreef een plaatselijke krant. "Dat moeten er echter veel meer worden. Sambeek kan gemakkelijk met 100 leden voor de dag komen. Hopelijk wordt dit getal spoedig bereikt."
Het eerste bestuur bestond uit de dames Kusters-Broekmans, Willems-van Hassem, Stevens-Melsen, Hendriks-Peters en Hafmans. Spoedig na de oprichting werden er cursussen georganiseerd over onderwerpen die voor boerinnen van belang waren, zoals kook-, melk-, slacht- en naaicursussen. Ook vonden er bedevaarten plaats en kwam er zelfs een gymnastiekclub van de grond. Maar het allerbelangrijkste was toch wel dat vrouwen met een agrarische achtergrond elkaar konden treffen, meningen uitwisselen en zo nodig bijstaan.
In de jaren 50 van de vorige eeuw veranderde het platteland en dus ook Sambeek sterk. De industrialisatie nam toe, terwijl de agrarische sector langzaam kromp. Steeds meer mensen (ook vrouwen) vonden een baan buiten de boerderij, met als gevolg dat ook hun belangstelling verschoof. Dat was een van de redenen voor de naamsverandering van Boerinnenbond in Katholieke Vrouwenorganisatie, de KVO.
Het eerste bestuur bestond uit de dames Kusters-Broekmans, Willems-van Hassem, Stevens-Melsen, Hendriks-Peters en Hafmans. Spoedig na de oprichting werden er cursussen georganiseerd over onderwerpen die voor boerinnen van belang waren, zoals kook-, melk-, slacht- en naaicursussen. Ook vonden er bedevaarten plaats en kwam er zelfs een gymnastiekclub van de grond. Maar het allerbelangrijkste was toch wel dat vrouwen met een agrarische achtergrond elkaar konden treffen, meningen uitwisselen en zo nodig bijstaan.
In de jaren 50 van de vorige eeuw veranderde het platteland en dus ook Sambeek sterk. De industrialisatie nam toe, terwijl de agrarische sector langzaam kromp. Steeds meer mensen (ook vrouwen) vonden een baan buiten de boerderij, met als gevolg dat ook hun belangstelling verschoof. Dat was een van de redenen voor de naamsverandering van Boerinnenbond in Katholieke Vrouwenorganisatie, de KVO.
De viering van het 40-jarig bestaansfeest in Sambeek bestreek twee dagen. Op zondag 23 april 1978 was er een uitgebreide receptie in café De Linde. Een dag later was er eerst een eucharistieviering, gevolgd door een feestvergadering die werd geleid door voorzitster Nellie Willems-van Hassem. Secretaresse Bep Wigman-Driessen deed verslag van 40 jaar Boerinnenbond/KVO-Sambeek. Ook tal van genodigden voerden het woord. Aansluitend was er een koffietafel.
Daarmee was de dag nog niet ten einde. Want 's avonds vond er in De Gouden Leeuw een feestavond plaats, geheel verzorgd door de eigen leden, met voordrachten, sketches en volksdansen. Ook hun partners waren daarbij aanwezig.
De negen jubilarissen - samen goed voor 360 jaar lidmaatschap - zullen ongetwijfeld genoten hebben. Het betrof de dames Derks-Zeegers, Haerkens, Kateman-van Lankveld, Kuijpers-Stiphout, Laarakkers-Egelmeers, van Os-van Bree, Sieben-Linders, Stevens-Hafmans en Willems-van Hassem, die een jaar later afscheid als voorzitster zou nemen. Zij kregen allen een aardewerken aandenken aan hun jubileum.
De negen jubilarissen - samen goed voor 360 jaar lidmaatschap - zullen ongetwijfeld genoten hebben. Het betrof de dames Derks-Zeegers, Haerkens, Kateman-van Lankveld, Kuijpers-Stiphout, Laarakkers-Egelmeers, van Os-van Bree, Sieben-Linders, Stevens-Hafmans en Willems-van Hassem, die een jaar later afscheid als voorzitster zou nemen. Zij kregen allen een aardewerken aandenken aan hun jubileum.
Rond de Toren 29 september 2020