|
update 06-09-2019
|
Pastoor verkoopt afbraakmaterialen van het kerkenhuis
Een advertentie in de krant was niet nodig. Waarschijnlijk had pastoor Wollaert vanaf de preekstoel in de kerk de Sambeekse gelovigen laten weten dat op vrijdag 9 april 1880 om twee uur 's middags afbraakmaterialen van het kerkenhuis zouden worden verkocht.
Het gebouw had decennialang gefungeerd als kerk én pastorie van Sambeek en was totaal versleten. Vandaar dat pastoor Wollaert bij zijn aantreden een jaar eerder al meteen had besloten om, met toestemming van de bisschop, een nieuwe pastorie te bouwen ongeveer op de plek waar het kerkenhuis stond.
Het gebouw had decennialang gefungeerd als kerk én pastorie van Sambeek en was totaal versleten. Vandaar dat pastoor Wollaert bij zijn aantreden een jaar eerder al meteen had besloten om, met toestemming van de bisschop, een nieuwe pastorie te bouwen ongeveer op de plek waar het kerkenhuis stond.
Het kerkenhuis was waarschijnlijk in 1716 gebouwd op initiatief van pastoor Carolus d'Espinosa, die later bisschop van Antwerpen zou worden. Het bestond uit twee gedeelten: in het achterste (zuidelijke) gedeelte werden de diensten gehouden, terwijl in het voorste (noordelijke) stuk de pastoor woonde.
Begin maart 1880 was met de sloop van het kerkenhuis begonnen. Een maand later vond de verkoop plaats van nog bruikbare afbraakmaterialen onder leiding van de Boxmeerse notaris Verbunt. Deze las eerst de voorwaarden voor waaronder de verkoop zou geschieden. Wellicht de meest opmerkelijke: de gekochte materialen hoefden pas in november (negen maanden later!) bij de notaris aan huis betaald te worden.
Hoeveel Sambekenaren aanwezig waren bij de verkoop van de afbraakmaterialen is niet bewaard gebleven, wél dat er 27 personen het een en ander hebben gekocht. Daaronder de weduwen Willems van Dijk en Baltesen en de aannemers Jacobus van Os en Hendrik Kerstjens. Er werden 8 deuren, 11 ramen, 3 balken, 1 trap en verder nog een groot aantal pannen verkocht voor in totaal 242,05 gulden (bijna 2600 euro).
Begin maart 1880 was met de sloop van het kerkenhuis begonnen. Een maand later vond de verkoop plaats van nog bruikbare afbraakmaterialen onder leiding van de Boxmeerse notaris Verbunt. Deze las eerst de voorwaarden voor waaronder de verkoop zou geschieden. Wellicht de meest opmerkelijke: de gekochte materialen hoefden pas in november (negen maanden later!) bij de notaris aan huis betaald te worden.
Hoeveel Sambekenaren aanwezig waren bij de verkoop van de afbraakmaterialen is niet bewaard gebleven, wél dat er 27 personen het een en ander hebben gekocht. Daaronder de weduwen Willems van Dijk en Baltesen en de aannemers Jacobus van Os en Hendrik Kerstjens. Er werden 8 deuren, 11 ramen, 3 balken, 1 trap en verder nog een groot aantal pannen verkocht voor in totaal 242,05 gulden (bijna 2600 euro).
Rond de Toren dd 23 januari 2019