|
|
update 25-01-2018
|
|
Sambeek 200 jaar geleden
|
25-01-2018
|
Op 12 oktober 1815 - iets langer dan 200 jaar geleden dus - pakte Johannes Jansse zijn ganzenveer en doopte die in een inktpot. Hij moest een enquête invullen met vragen over de gemeente Sambeek, waarvan hij op dat moment drie jaar burgemeester was.
Gedeputeerde Staten van Noord-Braband (toen nog geschreven met een d op het eind) wilde van alles weten over zijn gemeente. "Hoeveel personen wonen er en hoeveel huizen staan er?" was de eerste, logische vraag. "De gemeente Sambeek telt nu 1047 mensen en er staan 195 huizen", had de burgemeester uitgerekend.
Volgende vraag: "Hoeveel grote en kleine boeren telt de gemeente en hoeveel keuters zijn er?" Daar was een korte toelichting bij nodig. "Grote boeren bewerken het land met twee paarden; daarvan zijn er 12. Kleine boeren hebben één paard. In de gemeente Sambeek zijn er daarvan 48, terwijl er 125 keuters zijn", vulde burgemeester Jansse in, die verder nog meldde dat er in de gemeente Sambeek 320 militairen konden worden ingekwartierd. "Tevens is er plek voor ongeveer 80 legerpaarden."
In Sambeek, zo schreef hij verder, wonen momenteel drie timmerlieden, twee smeden, twee metselaars, één bakker, vijf kleermakers en acht schoenmakers. "Verder staat er nog één windkorenmolen aan de doorgaande weg van Boxmeer naar Vierlingsbeek. Deze weg is in de zomer goed te berijden, maar in de winter tamelijk slecht."
Over de Maas meldde burgemeester Jansse dat deze rivier in de zomer slechts door schepen met geringe diepgang kon worden bevaren. "In de winter echter kan het waterpeil wel tot zes meter boven dat van de zomer stijgen."
Gedeputeerde Staten van Noord-Braband (toen nog geschreven met een d op het eind) wilde van alles weten over zijn gemeente. "Hoeveel personen wonen er en hoeveel huizen staan er?" was de eerste, logische vraag. "De gemeente Sambeek telt nu 1047 mensen en er staan 195 huizen", had de burgemeester uitgerekend.
Volgende vraag: "Hoeveel grote en kleine boeren telt de gemeente en hoeveel keuters zijn er?" Daar was een korte toelichting bij nodig. "Grote boeren bewerken het land met twee paarden; daarvan zijn er 12. Kleine boeren hebben één paard. In de gemeente Sambeek zijn er daarvan 48, terwijl er 125 keuters zijn", vulde burgemeester Jansse in, die verder nog meldde dat er in de gemeente Sambeek 320 militairen konden worden ingekwartierd. "Tevens is er plek voor ongeveer 80 legerpaarden."
In Sambeek, zo schreef hij verder, wonen momenteel drie timmerlieden, twee smeden, twee metselaars, één bakker, vijf kleermakers en acht schoenmakers. "Verder staat er nog één windkorenmolen aan de doorgaande weg van Boxmeer naar Vierlingsbeek. Deze weg is in de zomer goed te berijden, maar in de winter tamelijk slecht."
Over de Maas meldde burgemeester Jansse dat deze rivier in de zomer slechts door schepen met geringe diepgang kon worden bevaren. "In de winter echter kan het waterpeil wel tot zes meter boven dat van de zomer stijgen."
Rond 1740 tekende Jan de Beijer de houten standerd molen van Sambeek. Op de achtergrond de toren van het dorp.
Rond de Toren dd 27 januari 2015
